Financiële planning wordt in het kader van bedrijfsoverdracht nogal eens uitgelegd in termen van de bestemming van de verkoopopbrengst. In die zin komt financiële planning pas aan het eind van het overdrachtsproces aan de orde. De essentie van financiële planning is echter het maken van een plan om te zien of de wensen voor de toekomst financieel haalbaar zijn. Dat moet dus jaren van te voren gebeuren en liefst ook nog met een periodieke up-date vanwege veranderende omstandigheden en aanpassingen in wet- en regelgeving.
Financieel plan Bij een goed financieel plan in het kader van bedrijfsoverdracht gaat het om 3 variabelen : 1. Wat besteed ik nu en wat verwacht ik straks nodig te hebben 2. Wat heb ik buiten mijn bedrijf aan vermogen opgebouwd en hoe kan ik dat nog doen (balansmanagement) 3. Wat is de waarde van mijn bedrijf en wat kan ik doen om deze te optimaliseren
Het is opmerkelijk dat ondernemers die op deze wijze vaststellen dat zij er later goed van kunnen leven, gemakkelijker omgaan met allerlei andere vooral ook emotionele barrières gedurende het overdrachtsproces.
Balansmanagement Balansmanagement ofwel vermogensstructurering houdt zich bezig met de vraag “Hoe zakelijk bent u privé?" De ondernemer steekt veel tijd, energie en geld in de onderneming. Vooral in de startfase maar ook in tijden van groei cijfert hij zichzelf regelmatig weg en is het moeilijk een balans te vinden tussen zakelijke activiteiten en het privé leven. Opmerkelijk genoeg speelt dit ook in financiële zin. In de beginfase van het ondernemerschap zijn veel ondernemers genoodzaakt alles wat is verdiend terug te ploegen naar het bedrijf want de financiële situatie laat nog niet toe veel bankkrediet op te nemen. Maar ook later als het bedrijf op de rit staat blijft dit veelal zo gaan met als achterliggende gedachte dat investeren met eigen middelen een beroep op de bank voorkomt met als resultaat geen rente en kosten, geen pottenkijkers en geen aanvullende voorwaarden.
In toekomstige overdrachtssituaties dreigt er dan een probleem; De prijs die een koper op tafel moet leggen is o.a. afhankelijk van het door de ondernemer geïnvesteerde vermogen. Als dat allemaal eigen vermogen is dan zit de ondernemer met een “zware” onderneming wat zal leiden tot een hoge overnamesom wat weer betekent dat de potentiële koper voor een zware financiering staat. In dit soort situaties is het vaak moeilijk om de balans om 5 voor 12 te herfinancieren. Dat betekent dat de kans groot is dat de ondernemer financieel en emotioneel betrokken moet blijven bij de onderneming d.m.v. een achtergestelde lening van een deel van de overnamesom. Aldus ontstaat de (vaak onvoorziene) situatie dat hij , hoewel hij het roer uit handen heeft gegeven en daarmee ook de mogelijkheid aan het succes van de onderneming bij te dragen, wel risico blijft lopen over het vermogen dat in het bedrijf is achtergebleven, zonder daarop grip te hebben. Zo maakt de ondernemer zijn eigen persoonlijke financiële toekomst afhankelijk van de prestaties van zijn opvolger.
Voor de meeste ondernemers is hun bedrijf hun belangrijkste bezit. De inkomsten uit en de waarde van hun onderneming vormen belangrijke bouwstenen van hun toekomstige financiële positie.
Overhevelingsmogelijkheden Eerder zagen we dat ondernemers ertoe neigen zoveel mogelijk met eigen vermogen te financieren en de centen in de zaak te laten zitten. Er zijn echter genoeg argumenten om serieus te kijken naar de mogelijkheden van een tijdige overheveling van vermogensbestanddelen naar privé.
In de eerste plaats is het wijs niet alles in èèn mandje te houden en daarmee de persoonlijke financiële toekomst volledig te laten afhangen van het zakelijk wel en wee tot het moment van de overdracht.
In de tweede plaats kan een actief balansmanagement leiden tot een flexibeler inzet van eigen middelen in de zaak. Een voorbeeld daarvan is de (meestal lang lopende) privé financiering. Als deze uit de BV wordt gehaald en vervangen wordt door een externe financiering dan krijgt de BV de mogelijkheid flexibeler en efficiënter om te springen met de verkregen liquiditeit waardoor beter kan worden ingespeeld op korte termijn kansen.
In de derde plaats stelt een vroegtijdige overheveling van overtollige liquiditeit de ondernemer in staat om veel eerder dan nu meestal gebeurt, overhevelingsprogramma’s (schenkingen) naar de volgende generatie op te zetten om op die manier met gebruikmaking van fiscale vrijstellingen de progressie uit de successietarieven te halen en de belaste vermogensaanwas (AB) te temperen.
Ten vierde realiseren maar weinig DGA’s zich dat zij in Nederland de enige beroepsgroep zijn die te maken heeft met alle fiscale boxen. Hij is groot-aandeelhouder en werknemer van zijn vennootschap. De grote verschillen in fiscale behandeling van zakelijke en privé transacties maken de afweging in welke box de ondernemer het beste kan “wonen”, weer relevant.
Het vijfde argument heeft alles te maken met de toekomstige overdracht. Het welslagen daarvan hangt sterk samen met de “zwaarte” van de over te dragen onderneming. Het “lichter” maken van de onderneming is een belangrijke taak van de overdrager die tijdig in gang moet worden gezet want daarmee worden de kansen op een soepele overdracht vergroot.
De auteur, Wout van der Goot (Wout van der Goot Trusted Advisory) is zelfstandig adviseur op het terrein van bedrijfsopvolging en –overdracht. Als gesprekspartner in vertrouwelijke sfeer laat hij ondernemers zien hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het welslagen van de overdracht van hun onderneming in materieel opzicht maar ook zodanig dat ze er een goed gevoel aan overhouden. |
|